Ganzenhof Cider
Meise
In 2014 besloot Rusland de Krim te annexeren, dat deel uitmaakte van Oekraïne. In ruil daarvoor heeft Europa Rusland gesanctioneerd en heeft Rusland Europees fruit geboycot. Wayne, een gepensioneerde Amerikaanse diplomaat, merkte het op. In de hoop de boeren te helpen in het land dat hij en zijn gezin thuis waren gaan noemen, wilde Wayne iets goeds doen met het fruit. Wayne en zijn gezin hadden zich gevestigd in een dorp in Vlaanderen genaamd Imde, in de buurt van Brussel. Bij aankomst in Imde kocht hij een kasteel, op de kaarten weergegeven als “Imdenhof”. Imdenhof was van oudsher de thuisbasis van een beroemde boomgaard met zeldzame fruitbomen. Het was Jos, een vriendelijke buurman, die uiteindelijk de bal aan het rollen bracht. Op een ochtend bij de koffie aan de keukentafel, kwam Jos op het idee om cider te maken, waar Wayne mee was gaan experimenteren als een manier om overtollige appels te gebruiken. Ze hadden alles wat ze nodig hadden om de appels te mulchen, persen en fermenteren.
De cider sliep de hele winter in ‘Dames Jeannes’. En werd gemengd, gebotteld en klaar om van te genieten. De inwoners van Imde hielden elke zomer een straatfeest, hier werd de cider dan ook voor ’t eerst geproefd. Het was de avond van het straatfeest dat Jos terugdacht aan het verhaal van de ganzenhoeder die ooit in het “Ganzenhof” op het Kasteelterrein woonde. Vanaf de Ganzenhof dreef de ganzenhoeder zijn zwerm Vlaamse ganzen door de Imdenhof-boomgaarden om de boomgaardbodem te maaien en het gevallen fruit te verzamelen om te persen en te fermenteren. De cider had zijn naam gevonden – Ganzenhof.
In slechts een paar maanden werd de ganse inhoud van de ciderkelder geconsumeerd. De twee zonen van Wayne en zijn vrouw Anna-Marie aarzelden echter niet om te wijzen op wat onvolkomenheden in de cider, maar zagen ook het potentieel en moedigden Wayne aan om naar Engeland te reizen voor een opleiding te volgen over het maken van cider. Toen Wayne terugkeerde uit Engeland, gingen er uren, dagen, weken en maanden voorbij met Wayne opgesloten in zijn ‘ciderhuis’. Enveloppen met gist van overal, van Champagne tot Canberra, kwamen aan. In elke centimeter vrije ruimte werden tanks en rekken opgesteld. Elk jaar verfijnde Wayne het proces. Dertig liter werd driehonderd en dat werd drieduizend. Wayne’s perfectionisme en aandringen op het gebruik van traditionele methoden – dubbele gisting, zorgvuldig mengen, draaien en ontkurken van de flessen op dezelfde manier waarop champagne wordt gemaakt – kostte veel tijd. Na een aantal jaren, met definitieve goedkeuring van de smaak en kwaliteit van iedereen die een hand had bij het maken ervan, werd het tijd om Ganzenhof-cider te gaan verkopen, zodat ook anderen het konden proeven.