
Druiven Dewit
Overijse
‘De passie voor de druif’
Koen Dewit snijdt voorzichtig een dikke tros blauwe druiven af. ‘De Leopold III, de Rolls Royce onder de druiven’, zegt hij fier. ‘Sappig, krokant en dagvers, dit moet je proeven.’ De smaak van de Vlaams-Brabantse Tafeldruif is ongeëvenaard. De druif kan bovendien rekenen op een Europese beschermde oorsprongsbenaming. Hij teelt vier soorten in zijn grote serrecomplex in Overijse: Ribier, Leopold III, Muscat en Canon Hall. Het telen zit hem al vijf generaties in het bloed, zijn betovergrootvader startte de stiel in 1915 en de beroepskennis werd telkens overgedragen van vader op zoon. Philip, de vader van Koen, voerde een modernisering en uitbreiding door. Op 1 januari ’25 nam Koen de fakkel over. Vandaag telt het bedrijf liefst vijftig serres, samen goed voor 7.000 vierkante meter van de lekkerste druiven. ‘Maar we blijven een kleinschalig familiebedrijf waar de passie voor de druif en de kwaliteit voorop staan’, lacht hij. Dit merk je alleen al aan de verkoop, je kunt de druiven rechtstreeks kopen vanuit onze serre of op wekelijkse markten door de producenten zelf.