Zoutleeuw, gelegen tussen Tienen en Sint-Truiden, was eeuwen geleden een belangrijke stad in het hertogdom Brabant. Grenzend aan het prinsbisdom Luik, vervulde het een strategische rol, terwijl de ligging aan de toen bevaarbare Kleine Gete resulteerde in de verst inwaarts gelegen binnenhaven van Vlaanderen en de ontwikkeling van de stad als een belangrijk handelscentrum.

Reeds in de 12de eeuw bereisden Leeuwse kooplui niet alleen de eigen streek, maar ook Duitsland, Noord-Frankrijk en Engeland. Lakenhandelaars, bierbrouwers, alcoholstokerijen enzovoort kon men destijds terugvinden in het historisch stadscentrum van Zoutleeuw. Dat ondernemerschap kan je ook vandaag nog terugvinden in groot-Zoutleeuw. Lokale biertjes naar authentiek recept, sterke dranken gemaakt met fruit van hier, appelsap… zelfs hete pepers en afgeleide sausjes. Je kan het niet te gek bedenken of de Leeuwse ondernemers zijn ermee aan de slag gegaan.

Deze en andere streekproducten kan je terugvinden op het toeristisch infokantoor. Deze is gehuisvest in het Historisch Stadhuis, dat samen met de Lakenhalle, de Sint-Leonarduskerk en andere historische gebouwen van de Grote Markt een waar juweeltje maken.

Met zijn kleine oppervlakte (963 ha) en zijn landelijke ligging in het Hageland lijkt Zoutleeuw wel op een dorp, maar zijn bouwkundig erfgoed getuigt van een groots verleden…